Heeft Zuidplas een Watererfgoed?

Kan je bij de Zuidplaspolder en de aanliggende polders zoals de Eendragtspolder, de tochten en watergangen, de Zevenhuizerplas, de Rottemeren en de Hollandse IJssel spreken van een Watererfgoed?

(door Jan Dirk Dorrepaal).

De Molenviergang, de Steenovens, de sluiscomplexen als de Snelle Sluis maar ook restanten als het Korenmolengat, ze geven samen met de vier dorpen met hun herkenbare torens alle gelegen aan de Ringvaart evenals tweeling-gemeente Waddinxveen een blauwdruk van de dynamische ontwikkelingen in de laatste eeuwen van plassengehuchten naar polderverstedelijking.
Het roept dan ook de vraag op – niet in de laatste plaats door de toenemende nieuwe waterdreiging- of de gemeente zich bij haar nieuwbouwplannen niet meer moet laten leiden door de waardering van het watererfgoed in plaats van een wijksgewijze woningbouw-monomanie.
Was de glastuinbouw nog onder de noemer Oostland als monotone pendant van het Westland te verkopen thans lijkt het erop dat ook die ontwikkeling haar grenzen heeft.
Kernprobleem voor deze gemeente is haar wordingsgeschiedenis die is gebaseerd op ooit provinciaal doorgeslagen groeikern/vinex-denken, dat uitmondde in de idee om in de laagste polder van ons land – of misschien wel van Europa- 30.000 woningen etc. neer te zetten.
Een nieuw historisch “hoogte”punt na de  stichting van Gotenburg, St. Petersburg, Kaapstad, Batavia, New York…. , waar Neerlands water door d’ad’ren vloeit.

Thans zijn we terug op 9.000 woningen, waarvan er 4.000 in een nieuw te stichten Vijfde Dorp zouden moeten worden neergezet midden in de Zuidplaspolder, die wel beter heeft verdiend dan door die opzet aan haar weidse eindje te komen.

Een Tegenbeeld als tegenBid.
Zuidplas is ondanks het van haar afgeknabbelde WesterGouwe toch nog het stedenbouwkundig tegenbeeld van het vrijwel volledig volgestampte Waddinxveen. De grens loopt dan ook haarscherp langs de Bredeweg. De 2 Rijkswegen A12 en  A20 vormen -zeker als de 20 verbreed wordt tussen Nieuwerker ad IJssel en Moordrecht- samen met de Moordrechtboog een nieuw wat ruimer opgezet knooppunt vergelijkbaar met het Utrechtse “Oude Rijn” .

Watererfgoed
Tussen dit  “Oude Gouwe” en het Waddinxveense Distripark zou dat Vijfde Dorp kunnen komen dat dan ook kan profiteren van de daar al bestaande verkeersinfrastructuur en straks het daar geprojecteerde NS station. De Zuidplaspolder krijgt zo een drietal contrasterende ruimtelijke beelden: het “glas” (Oostland), de uitgewaaierde “stad”(Waddinxveen) en de 4 dorpen. Die 4 laatstgenoemden zijn in feite de al eeuwenoude hoeders van het watererfgoed.

Van dit watererfgoed zijn de tochten de beste vertegenwoordigers. Het meest herkenbare polderdeel is gelegen tussen de provinciale weg N 219, de Bredeweg ca en Hollandse IJssel. Vooral het deel ten Noorden van deA20 wordt bedreigd. Het Zuidelijke deel is al gekwalificeerd als PlasDras.
Belangrijk is dan om die ‘tochtenstructuur’ te benadrukken, bebouwing die daarmee strijdig is te saneren maar ook woon/werk bebouwing, die die onderliggende tochtenstructuur versterkt prioriteit te geven. De beplanting kan daartoe ook bijdragen. De renovatie van deze poldertochten is een kostbare en langdurige taak. Toch zal de financiering ervan nu al moeten worden geregeld in de exploitatieplannen van bouw van de 5000 woningen aan de dorpen en de eventuele bouw van her Vijfde Dorp aan de Bredeweg. Ook nieuwe bebouwing aan de tochten zal financieel kunnen bijdragen. Het is zelfs denkbaar, dat deze tochtenontwikkeling de voorkeur gaat krijgen boven dorpsaanbouw en Vijfde Dorp.
De onderlinge samenhang binnen Zuidplas zal dankzij de versterking van dit deel van het Watererfgoed vergroot worden en zo ook een uniek stuk dorpse stedenbouw scheppen.

 

Dit bericht is geplaatst in Algemeen nieuws, Bouwactiviteiten/Grondaankopen, Cultureel erfgoed, Landschap. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *