Ontstaan van ‘Landschappelijk Zuidplas’

Het landschap van de gemeente Zuidplas is in de loop der eeuwen behoorlijk veranderd.
Onder A hierna is kort de ontginning van het gebied beschreven.
Onder B hierna is de drooglegging van de door vervening ontstane Zuidplas uiteengezet.

Voor meer informatie over de gemeente Zuidplas wordt verwezen naar het boekje Thuis in Zuidplas, Van Polder tot Gemeente, uitgegeven door de gemeente Zuidplas ter gelegenheid van de fusie op 1 januari 2010 tussen de gemeenten Moordrecht, Nieuwerkerk aan den IJssel en Zevenhuizen/Moerkapelle. Het boekje is destijds aan iedere inwoner van gemeente Zuidplas ter beschikking gesteld.
Ook kan op de site van de Historische Vereniging Nieuwerkerk aan den IJssel (www.hvnweb.nl) meer informatie worden verkregen over de geschiedens van de Zuidplaspolder en Nieuwerkerk aan den IJssel in het bijzonder.

A. De ontginning van het gebied.

A. 1. Het ontstaan
Zo’n duizend jaar geleden bestond het gebied van de polders in de omgeving van de huidige gemeente Zuidplas en ten westen van Waddinxveen uit een uitgestrekte veenwildernis. Het was een moeilijk toegankelijk drassig landschap met moerasbossen waarin vooral berken, elzen en wilgen groeiden. De geschiedenis van dit gebied is daarom altijd verbonden geweest met de strijd tegen het water.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

De eerste bewoners hadden zich gevestigd op de hoge zand- en kleiruggen langs de Hollandse IJssel en de Rotte. Deze bewoners waren veelal kleine boeren met wat vee.
Aangezien het om een groot gebied ging en er behoefte ontstond aan meer landbouwgrond, werden delen van de veenwildernis ter ontginning door de graven van Holland uitgegeven. Deze ontginners hebben sloten en weteringen aangelegd waarlangs het water uit het hooggelegen veen naar de IJssel en de Rotte kon lopen.

Ze werkten vanaf de rivieren in lange smalle kavels. In het recreatiegebied Hitland is dat oorspronkelijke slagenlandschap nog goed te zien. In de 14e eeuw was het hele gebied min of meer in cultuur gebracht.

Zo ontstonden er verschillende grote en kleine polders.

A.2. Waterafvoer met windwatermolens
Door de ontwatering met sloten en sluisjes, was het veen steeds meer gaan inklinken en moesten er steeds meer sloten en greppels worden gegraven om het water af te kunnen voeren. De noodzaak om  de afvoer van het water anders te regelen werd dan ook groter. In eerste instantie werd het waterpeil op niveau gehouden met behulp van hoosvaten en zogenoemde paardenwatermolens.
De eerste windwatermolens zijn er in de 15e eeuw gekomen.  De molens werden groter en werden ook in molengangen gebouwd waarin het water trapsgewijs omhoog kon worden gebracht. Door deze vorm van bemalen kon het waterpeil kunstmatig laag worden gehouden. Doordat omstreeks de zestiende eeuw het waterpeil niet verder kon worden verlaagd, was akkerbouw niet meer mogelijk en bestonden de drooggelegde gronden hoofdzakelijk uit weidegrond.

A.3. Afgraven van het veen/Veenplassen
De veengrond werd ook afgegraven om er brandstof in de vorm van turf van te maken.  Al in de 15e eeuw werden gronden uitgegeven voor turfwinning (in 1423 betrok Rotterdam turf uit de Wilde Veenen).  Aangezien in de 16e eeuw de vraag naar turf steeds groter werd, brachten de weidegronden in de polder door de turfwinning meer op. Daartoe werd de veengrond in eerste instantie afgegraven. Later werd het veen ook onder de waterspiegel, soms tot een paar meter, uitgebaggerd en kwamen er grote stukken land onder water te staan. Er ontstond een landschap zoals dat nu nog bij de Reeuwijkse plassen is te zien.

De plassen werden gescheiden door hoger gelegen weggetjes waaraan de bewoonde gebieden lagen. Deze gebieden (waaronder  de huidige vijf dorpen Moordrecht, Nieuwerkerk a/d IJssel, Zevenhuizen, Moerkapelle en Waddinxveen) bleven gespaard en liggen dan ook, als een soort veeneiland, hoger dan de omgeving
Overigens zijn niet alle polders afgegraven. Denk hierbij aan de kleine Nessepolder (36 ha), de fusiepolder Esse, Gans- en Blaardorp en de Oostpolder.

A.4. De inpoldering
De behoefte om de plassen weer droog te leggen werd steeds groter. In de 17e en 18e eeuw is men begonnen met het droogmaken van de plassen. In 1655 werd de Wilde Veenen drooggelegd en kan dan ook als een van de eerste droogmakerijen van de gemeente Zuidplas worden aangemerkt.

Het overtollige water uit de noordwestelijk gelegen polders (polder De Wilde Veenen en de Tweemans- en Eendragtspolder) werd in de Rotte gemalen.

Eén van die plassen “De Zuidplas” (destijds de grootste en diepste plas in Zuid-Holland) werd echter zo groot dat deze een bedreiging ging vormen voor de omliggende steden en dorpen. Mede door de omvang van de polder en de benodigde financiële middelen is pas in de 19e eeuw de Zuidplas drooggelegd (zie: Laagste polder in Nederland) .

In onze regio zijn zo in de loop der eeuwen vele plassen of moerasgebieden ontstaan en weer drooggelegd. Zo ontstonden er de volgende polders:

  • de polder de Wilde Veenen, ten noordoosten van Moerkapelle, weer drooggelegd in 1655;
  • de Tweemanspolder, ten noordwesten van Zevenhuizen, weer drooggelegd in 1730;
  • de Eendragtspolder, ten zuidwesten van Zevenhuizen, weer drooggelegd in 1760;
  • de Achterofsche polder en polder de Putte ten noorden en noordwesten van de gemeente Waddinxveen, weer drooggelegd in de jaren 1759-1765;
  • de Zuidplaspolder (4200 ha), waaraan de vijf dorpen grenzen, weer drooggelegd in 1839;
  • de Prins Alexanderpolder ten westen van Nieuwerkerk aan den IJssel en weer drooggelegd in 1874;
  • de niet verveende fusiepolder Esse, Gans- en Blaardorp: het huidige recreatiegebied Hitland;
  • de niet verveende Nessepolder bij Oud Verlaat;
  • de niet verveende Oostpolder van Schieland, ten oosten van Moordrecht;

Onder de gemeente Waddinxveen vallen ook nog de Voorofsche polder en de polder Bloemendaal. Deze polders grenzen niet direct aan de Zuidplaspolder en worden dan ook niet verder op deze site genoemd. De niet verveende Oostpolder valt onder de Gemeente Gouda.

A.5. Na de inpoldering
Na de inpoldering en verkaveling van de polders hebben de vijf dorpen zich veelal tot agrarische gemeenten ontwikkeld waarbij landbouw, veeteelt en tuinbouw in eerste instantie de belangrijkste economische activiteiten waren. Later hebben de dorpen een eigen identiteit gekregen.
Voor een korte beschrijving van een aantal bezienswaardigheden in de dorpen, zie de pagina: de dorpen in de Zuidplas.

Ook zijn in de polders een aantal natuur- en recreatiegebieden ingericht te weten: Hitland, het gebied rond de Rotte, de Zevenhuizerplas en de Eendragtspolder. Deze gebieden zijn nader beschreven onder de pagina: de Recreatie- en natuurgebieden

B. De drooglegging

B.1 Drooglegging middels een ringvaart en windmolens. 

De drooglegging van de door vervening ontstane Zuidplas was niet eenvoudig. Vooral door de omvang van de plas (ruim 4200 ha) was het een grote onderneming  en kon alleen plaatsvinden als er voldoende investeerders waren. Aangezien onduidelijk was of de nieuwe drooggemaakte gronden voldoende zouden opbrengen, waren er geen financiers te vinden. 
Mede vanwege de dreiging van het water heeft Koning Willem I pas in 1825 die taak op zich genomen. Je zou dan ook kunnen stellen dat de Zuidplaspolder de eerste polder is die door de staat is gefinancierd.  Jan Anne Beijerinck heeft het ontwerp gemaakt.

P1110312
Ringvaart in Nieuwerkerk a/d IJssel

Voor het droogmalen van de Zuidplas werd in 1828 gestart met het graven van een ringvaart en het opwerpen van een ringdijk rondom vrijwel de gehele veenplas. Om het water uit de veenplas in de ringvaart te malen waren 18 molens nodig; 9 bij Waddinxveen en 9 tussen Moordrecht en Kortenoord. Vervolgens werd het water met 12 windmolens via een zogenaamde tweetrapsbemaling afgevoerd naar de Hollandsche IJssel. Totaal dus 30 molens en, ter ondersteuning,  twee stoomgemalen.

IMG_0595

Hoewel deze twee gemalen niet echt voldeden (ze vroegen o.a. te veel energie) ,  kan wel worden gesteld dat de Zuidplaspolder de eerste droogmakerij was waar stoomkracht op deze manier werd gebruikt.

B.2. Verkaveling en verkoop gronden
Na het droogmalen van de Zuidplaspolder werd er systematisch verkaveld: om de 800 meter kwamen er tochten. De 1e, 2e en 3e Tochtweg herinneren ons daar nog aan. Ieder stuk land was ongeveer 40 meter breed en 780 meter lang. Dit rechthoekige netwerk van kavels werd niet op één van de oevers georiënteerd maar op de directe lijn Moordrecht en Moerkapelle georiënteerd.  Moordrecht en Moerkapelle moesten namelijk zo direct mogelijk met elkaar worden verbonden. Hiertoe werd een lijn getrokken tussen de kerktorens van beide dorpen: de huidige Middelweg/Brede weg.

In de jaren 1841-1842 werden de gronden via massaveilingen snel verkocht. Het meeste geld brachten de hoge met een dikke laag vette bagger bedekte percelen. De eerste beleggers woonden in de buurt van Gorcum, wat blijkt uit de namen van een aantal oude boerderijen zoals, Altena, Loevesteijn en Ravensteijn.  Het aantal eigenaren van de gronde was destijds ook beperkt: vier eigenaren hadden meer dan de helft van de polder in handen.

B.3. Ontwikkeling van de bemaling
Hoewel de polder met de 30 molens en de twee stoomgemalen droog gehouden kon worden, was het vooral voor de landbouw ook belangrijk dat het water op peil werd gehouden.  De twee oude stoomgemalen werden dan ook in 1870 verbouwd tot gemalen met grote schepraderen en vernoemd naar twee oud-dijkgraven “IJserman” en “Francois” uit Moordrecht. Maar ook deze verbouwde stoomgemalen voldeden niet.
Daarom is in 1876 besloten om twee nieuwe gemalen met centrifugaal pompen te bouwen: de “Van Gennep” aan de Kortenoord en de “Van der Breggen” onder Waddinxveen.

Helaas zijn de molens in loop van de jaren afgebroken! Dit had een bezienswaardigheid kunnen zijn zoals je die ook hebt bij Kinderdijk!
Eén molenstomp staat er nog: aan de West Ringdijk in Moordrecht.

Sinds 1970 wordt het polderwater van de Zuidplaspolder rechtstreeks vanuit de Ringvaart, dus zonder tussenkomst van de ringvaartboezem, naar de rivier de Hollandsche IJssel gepompt.
Deze zeldzame combinatie van polder- en boezembemaling is ondergebracht in één gebouw het “Abraham Kroesgemaal”. Dit gemaal ligt tussen Moordrecht en Nieuwerkerk aan den IJssel aan de Schielands Hoge  Zeedijk.

Groene Waterparel met regenboog bij de Vierde Tocht achter het Gemaal Abraham Kroes (1MB)

B.4. Laagste punt van Nederland
Na de drooglegging in 1839 lag het waterpeil in de Zuidplaspolder rond de -5,60 meter AP (Amsterdams Peil). In het jaar 1920 was het waterpeil ten opzichte van het (Normaal Amsterdams Peil (NAP) -5,97 meter.
Inmiddels ligt het diepste punt (maaiveld) in deze laagst gelegen – bewoonde – polder van Europa op – 6,76 meter onder de zeespiegel. Daarmee was de Zuidplaspolder de laagste bewoonde polder in Europa.
Het laagste waterpeil van de Zuidplaspolder ligt bij Waddinxveen en is zo rond -7,10 meter NAP.

Bronvermelding
De informatie op deze pagina is onder andere ontleend aan de volgende bronnen:

  • het in de aanhef genoemde boekje Thuis in Zuidplas, Van Polder tot Gemeente en
  • het boekje “Van Cortland tot Zuidplaspolder” (Geschreven door Adri den Boer en uitgegeven in 1981 bij de vestiging van Rhiwa-hartomex BV in de Zuidplaspolder)

Foto’s
De meeste foto’s op deze pagina  zijn onder andere ter beschikbaar gesteld door Thom Demmenie, Rob Belterman en deelnemers van het Platform Mooi Zuidplas.

15 reacties op Ontstaan van ‘Landschappelijk Zuidplas’

  1. Geachte m/h
    Bij de geschiedenis van de Zuidplaspolder (ik ben geboren aan de provincialeweg in Moordrecht) blijft bij mij de vraag: Hoe kwam rond 1850 de verkaveling van de droog
    gekomen polder tot stand? Waar kan ik daarover informatie vinden?
    Mijn vader en ook mijn opa huurde de boerderij van de fam. Mijnlieff uit Hitland.
    Met vr. groet, Corrie de Hoog-van der Bas.

    • PMZ schreef:

      Beste Corrie,
      Ik heb je vraag voorgelegd aan de secretaris van de Historische Vereniging van Nieuwerkerk aan den IJssel. Hij zal je wellicht hierover meer kunnen vertellen.
      Met een vriendelijke Groet,
      Platform Mooi Zuidplas.

  2. rien schreef:

    geachte ! ik heb een vraag?
    ik las in het A.D(krant) dat het politie buro in de zuidplas is verdwenen ! in de jaren 90 was dat het gezamenlijke buro van Nieuwerkerk a/d/ IJssel/Moerkapelle een groot wit huis,en stond aan de doorgaande weg naar de Dorpsstraat :mijn Vraag:bestaan er foto uit die tijd? ik ben n.l op zoek naar een familie lid die daar als politie agent (noemde toen rijkspolitie)werkte, en woonde in de” Dansen” buurt in Nieuwerkerk a/d IJssel. De gene die ik zoek met de naam ” Steven”heeft er gewerkt tussen 90/95,ik zelf ben v.w werkzaamheden naar de buitenland gegaan tot 2016 i.v.met het overlijden van onze vader, maar kunnen “Steven niet traceren, de boven genoemde situatie lig mij nog helder in de geest, tot dat ik het artikel in de krant las :B.v.D voor de evt moeite.

    • PMZ schreef:

      Helaas kunnen wij je niet helpen. Wij beschikken helaas niet over dergelijke historische informatie.
      Met een vriendelijke groet

      • rien schreef:

        kunt u mij dan vertellen waar ik e.v. t. aan verdere informatie kan komen over die periode?

        • PMZ schreef:

          De informatie op deze pagina is ontleend aan het boekje ‘Thuis in de Zuidplas’ zoals onderaan op de webpagina is aangegeven. Dit boekje is onder andere gratis te verkrijgen bij de Historische Vereniging Nieuwerkerk aan den IJssel,’s Gravenweg 6a of de Stichting Oud Zevenhuizen-Moerkapelle te Zevenhuizen.

          • PMZ schreef:

            De informatie in het eerder genoemde boekje is niet gericht op personen. U zou wellicht eens bij het steunpunt van de Politie in Nieuwerkerk a/s IJssel (in het Raadhuis) kunnen informeren of er een persoon werkt onder die naam. De ‘Dansenbuurt’ in Nieuwerkerk aan de IJssel is mij overigens niet bekend. Een gezamenlijk bureau Nieuwerkerk/ Moerkapelle komt mij ook niet bekend voor. Helaas kunnen wij u niet verder helpen.

  3. Kanttekening schreef:

    De Wilde Venen is uiteraard de oudste droogmakerij, niet de jongste.

    • PMZ schreef:

      Bedankt voor uw reactie.
      Ik denk dat hier met ‘jongste droogmakerij’ de ‘eerste droogmakerij’ wordt bedoeld. Zal de tekst aanpassen.

  4. Kanttekening schreef:

    “De eerste bewoners hadden zicht gevestigd op de hoge zand- en kleiruggen langs de Hollandse IJssel en de Rotte”

    Hoe komt de Rotte (een veenriviertje) aan zand- en kleiruggen?

    • PMZ schreef:

      De informatie op deze pagina is ontleend aan het boekje ‘Thuis in de Zuidplas’ zoals onderaan op de webpagina is aangegeven. Dit boekje is onder andere gratis te verkrijgen bij de Historische Vereniging Nieuwerkerk aan den IJssel,’s Gravenweg 6a of de Stichting Oud Zevenhuizen-Moerkapelle te Zevenhuizen.

  5. paul schuddebeurs schreef:

    Is er dokumentatie over de in begin 1900 2 keer afgebrande korenmolen in Zevenhuizen ?
    mijn voorouders Huibert de Leede (1757-1813)en zijn vrouw/weduwe Willemijntje van der Vree (1759-1815) waren er molenaar/es.

    ik zoek aktes e.d. waarin deze 2 personen worden vermeld en tevens naar fotoos en ansichtkaart van deze molen, waarvan ik helaas de naam niet weet.

    hartelijk dank bij voorbaat.

  6. Sebastiaan van den Deijssel schreef:

    Tijdens het uitpluizen van familiegeschiedenis stuit ik op Leendert en Jan Vergunst. Leendert moet actief geweest zijn als machinist/stoker en Jan als watermolenaar. Ik probeer te achterhalen op welk gemaal en molen beiden actief zijn geweest. Hebben jullie tips waar deze informatie zou kunnen achterhalen? Alvast bedankt

    • PMZ schreef:

      Beste Sebastiaan,
      Het is opns niet bekend welke gemaal of molen Leendert en Jan Vergunst actief is geweest. Wij verwijzenm je naar de Historische Vereniging Nieuwwerkerk aan den IJssel (hvnweb.nl)
      Met een vriendelijke groet,
      Platform Mooi Zuidplas.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *